Waar let ik op bij de aanschaf van een roeitrainer
Bij de aanschaf van een roeitrainer, ook wel roeiapparaat of roeimachine genoemd, zijn er enkele dingen waarop je moet letten. Zo is een van de belangrijkste eigenschappen het weerstandssysteem. Je hebt goedkopere systemen (katrol) , duurdere systemen (lucht/waterweerstand) of een systeem wat tussen deze twee klassen in zit (magnetisch). Het verschil zit hem voornamelijk in een pretterige en realistische roei-ervaring. Andere zaken waarop je moet letten zijn de instelbare voetsteunen, aantal programma's, maximale belastbaarheid en de roterende massa. Hoe groter de massa, hoe soepeler/vloeiender de roeibeweging is. Doe hiervoor onze roeitrainer keuze hulp.
De roeitrainer beweging
Je begint vooraan bij het roeiapparaat met gebogen benen en met het handvat in de hand, dit is waar je vanuit stilstand langzaam naar achteren gaat. Bij deze simpele fase train je al jouw schenen, bilspieren en schouders. Wanneer je langzaam naar achteren bent gegaan komt fase 2. Bij deze fase zet je jouw benen af tegen de pedalen zodat je met het stoeltje naar achteren gaat. Bij deze beweging wordt er veel energie van je gevraagd en train je jouw beenspieren waarbij je vooral je bil-, kuit-, scheenspieren en hamstrings belast. Wanneer je benen bijna gestrekt zijn, trek je het handvat naar je toe. Tijdens deze fase train je jouw schouder-, rugspieren, biceps en triceps. Nu moet je teruggaan naar de beginfase. Je zult denken dat dit de volledige rustperiode van de roeibeweging is, maar niks is minder waar. Je buikspieren worden namelijk hard aan het werk gezet om de balans op het stoeltje te houden. Op een roeitrainer heb je minder risico om blessures op te lopen dan bijvoorbeeld een loopband, maar bij het oefenen op een roeitrainer is het niet onverstandig om je te concentreren op de techniek. Houd te allen tijde een rechte rug anders kun je rugklachten krijgen. Daarnaast is een voorkomende fout dat mensen de polsen buigen, houd je polsen gestrekt in de lijn van je onderarm.